Categorie: poëzie

ik steel van je,
niet veel van je,
of zal ik zeggen
dat ik leen.
je mist het niet.
jij plukt de dag
daar waar jij ligt.
je wijst de weg
met kruim.
je maakt het huis
blij bij de deur,
omhelst haast
het adres.
je veegt de aarde
uit ons bed,
zoekt mij
onder het laken,
ziet wie ik ben.
voorspelt geluk
baadt mij in rust.
zo heel jij mij
al jaren,
geneest mij
door te zijn.
jij spreekt de taal
die ik versta
hoort de seizoenen
in mijn stem,
aan mijn adem
wat ik denk.
jij kent de kunst
van nu en hier.
vandaar dat ik je
leen, nee spaar,
of beter nog: bewaar.

Meer lezen

Sinds je mij voor altijd
bent binnengegaan,
ben ik tot aan de rand
van je vervuld.

Dwars door de rukwinden
van het verdriet
voel ik je onder mijn huid
bewegen, warm en goed
als vroeger
toen wij overnachtten
binnen de omheining van
elkanders armen.

Wat doet het er dan toe
dat de wereld leeg
en winters is geworden
nu mijn ogen
je nooit meer zullen zien
en ik mijn hoofd niet langer
in je schoot kan leggen?

Meer lezen

Weet dat ik jou bemin en niet bemin 
gezien de twee manieren van het leven, 
het woord is als een vleugel van de stilte, 
het vuur is voor de helft van kou vervuld. 

‘k Bemin jou om ’t begin van het beminnen 
om het oneindige te herbeginnen 
en nooit met jou beminnen op te houden: 
en dus bemin ik jou nog altijd niet. 

‘k Bemin je en bemin je niet alsof 
ik in mijn handen sleutels van geluk 
en van onzeker geluk zou houden. 

Twee levens heeft mijn liefde je te geven.
‘k bemin je dus als ik je niet bemin
en als ik je bemin, bemin ik je.

Uit Honderd Liefdessonetten – Pablo Neruda

Meer lezen

Demain, dès l’aube, à l’heure où blanchit la campagne,
Je partirai. Vois-tu, je sais que tu m’attends.
J’irai par la forêt, j’irai par la montagne.
Je ne puis demeurer loin de toi plus longtemps.

Je marcherai les yeux fixés sur mes pensées,
Sans rien voir au dehors, sans entendre aucun bruit,
Seul, inconnu, le dos courbé, les mains croisées,
Triste, et le jour pour moi sera comme la nuit.

Je ne regarderai ni l’or du soir qui tombe,
Ni les voiles au loin descendant vers Harfleur,
Et quand j’arriverai, je mettrai sur ta tombe
Un bouquet de houx vert et de bruyère en fleur.

Meer lezen

Gezwinde grijsaard die op wakk’re wieken staag
de dunne lucht doorsnijdt, en zonder zeil te strijken
altijd vaart voor de wind, en ieder na laat kijken,
doodsvijand van de rust, die woelt bij nacht bij daag;

onachterhaalb’re Tijd, wiens hete honger graag
verslokt, verslindt, verteert al wat er sterk mag lijken,
en keert en wendt en stort staten en koninkrijken,
voor iedereen te snel: hoe valt gij mij zo traag?

Mijn lief, sinds ik u mis, verdrijf ik met mishagen
de schoorvoetige tijd, en tob de lange dagen
met arbeid avondwaards. Uw afzijn valt te bang

en mijn verlangen kan den Tijdgod niet bewegen,
maar ’t schijnt verlangen daar zijn naam van heeft gekregen,
dat ik de tijd, die ik verkorten wil, verlang.

Meer lezen

Natuur is voor tevredenen of legen.
En dan: wat is natuur nog in dit land?
Een stukje bos, ter grootte van een krant,
Een heuvel met wat villaatjes ertegen.

Geef mij de grauwe, stedelijke wegen,
De’ in kaden vastgeklonken waterkant,
De wolken, nooit zo schoon dan als ze, omrand
Door zolderramen, langs de lucht bewegen.

Dit heb ik bij mijzelven overdacht,
Verregend, op een miezerigen morgen,
Domweg gelukkig, in de Dapperstraat

Alles is veel voor wie niet veel verwacht.
Het leven houdt zijn wonderen verborgen
Tot het ze, opeens, toont in hun hogen staat.

Meer lezen

Dit mens-zijn is een soort herberg
Elke ochtend weer nieuw bezoek.

Een vreugde, een depressie, een benauwdheid,
een flits van inzicht komt
als een onverwachte gast.

Verwelkom ze; ontvang ze allemaal gastvrij
zelfs als er een menigte verdriet binnenstormt
die met geweld je hele huisraad kort en klein slaat.

Behandel dan toch elke gast met eerbied.
Misschien komt hij de boel ontruimen
om plaats te maken voor extase…

De donkere gedachte, schaamte, het venijn,
ontmoet ze bij de voordeur met een brede grijns
en vraag ze om erbij te komen zitten.

Wees blij met iedereen die langskomt
de hemel heeft ze stuk voor stuk gestuurd
om jou als raadgever te dienen

Meer lezen

O, als ik dood zal, dood zal zijn
kom dan en fluister, fluister iets liefs,
mijn bleke ogen zal ik opslaan
en ik zal niet verwonderd zijn.

 

En ik zal niet verwonderd zijn;
in deze liefde zal de dood
alleen een slapen, slapen gerust
een wachten op u, een wachten zijn

Meer lezen